Je hebt van die films waarbij je je afvraagt waarom die geen Oscar krijgen. Of waarom die überhaupt zo weinig aandacht krijgen. De film Machine Gun Preacher (2011) is er zo één uit: hij toont de harde werkelijkheid in Soedan, waar kinderen lijden onder de terreur van Kony. En deze is gegoten in een variant waarvoor je niks hoeft te doen: alleen achterover te leunen met een zak chips. Maar na twee uur kijken is het tijd dat je je ogen opendoet.
Een eigen weeshuis
In de film volg je Sam Childers. Hij heeft z’n leven allesbehalve op orde: hij komt uit het Amerikaanse Pennsylvania waar hij zijn dagen wel doorkomt met genoeg drank en drugs. Na de zoveelste gevangenisstraf en een bijna-moord besluit hij z’n leven op orde te brengen. Zijn vrouw Lynn neemt hem mee naar de kerk. Hij laat zich dopen en niet lang daarna heeft hij zijn eigen kerk aan de overkant van de straat.
Hij reist af naar Afrika en komt uiteindelijk de gruwelen in Zuid-Soedan onder ogen, waarna hij besluit om over te gaan tot actie: hij sticht een weeshuis op een omstreden plek en houdt de rebellen eigenhandig op afstand. Maar dat gaat niet zonder slag of stoot. Je kunt eenmaal niet álles veranderen, hoe graag je de woorden ook omzet in daden. Even lijkt hij de controle te verliezen. Dat merk je ook wanneer hij in zijn eigen kerk voorgaat en iedereen als verloren zondaars beschouwt. Maar eenmaal terug in Soedan herpakt zich. Hij doet wat hij kan om van betekenis te zijn en dat is genoeg.
Contrast
Het contrast tussen Childers’ leven en dat van de kindsoldaten in Soedan is zo immens groot. Geen wonder dat hij flipt zodra hij niet genoeg geld bij elkaar krijgt en zijn dochter blijft aandringen om een limousine naar het schoolgala. Hij lijkt de grip op zijn leven te verliezen. Gelukkig weet hij uiteindelijk tot zichzelf te komen. Hij doet wat hij kan en daar zijn de kinderen ‘m dankbaar voor.
Dit is niet zo’n film waarbij je na afloop zegt ‘goh, die was wel vet’ en halfslaperig je bed induikt. Je bed staat in je eigen huis op een veilige plek in een veilig land. Ik had er moeite mee: hoe kun je überhaupt nog slapen als je weet dat er duizenden kilometers verderop mensen structureel worden vermoord? Dat kinderen hun eigen moeder moeten doodslaan om vervolgens gehersenspoeld te kunnen worden en hun leven niet zeker zijn?
Nu is de dochter van Sam Childers niet zo’n verwend nest, maar je hebt ongetwijfeld weleens een aflevering van My Sweet Sixteen gekeken. In staat om je ouders voorgoed de rug toe te keren als je die dikke auto niet in de gewenste kleur hebt gekregen. Waar gaat het allemaal nog over? Alles wat die kindsoldaten willen, is terug naar hun huis. Terug naar hun vader en moeder. Om geliefd te zijn en veilig op te groeien.
Bewustwording
Bewustwording, daar draait het om. Het is dan ook jammer dat de film matig heeft gescoord bij het grote publiek, onder andere door de christelijke moraal. Want moet je christelijk zijn om je druk te maken om het rebellerende leger van Joseph Kony in Oeganda en Soedan?
In de film wordt Sam nog weleens aangesproken op zijn manier van handelen. “Ik doe het op mijn manier, doe jij het lekker op jouw manier”, antwoordt hij daarop. Zijn antwoord op een uitnodiging voor een vredesoverleg is nog treffender. Al die woorden doen ‘m niks. “Ik ga liever over tot daden.” En geef hem eens ongelijk.