Representatief, daadkrachtig en samenbindend. Met deze drie woorden presenteerde de Urker gemeenteraad de nieuwe burgemeester in 2012. Inmiddels is Pieter van Maaren (50) met zijn vrouw en kinderen gevestigd op Urk en heeft hij zijn draai gevonden. De taak om zo’n authentiek en gesloten vissersdorp te leiden is lang niet voor iedereen weggelegd. Wie is deze man en wat drijft hem?
“Urk, je past er of je past er niet”, zegt Pieter van Maaren. Veel tijd heeft hij niet vandaag, hij is een drukbezet man. “En ik vind dat ik er pas.” Het is hem onlangs eindelijk gelukt om zijn huis in De Bilt te verkopen. Inmiddels heeft hij met zijn gezin een plekje gevonden in het oude dorp. Overeenkomsten met de Urkers heeft hij wel. “Urkers zijn direct. Ze zeggen dingen gewoon tegen elkaar, met meer stemverheffing dan ik gewend ben.” En dat strookt wel met zijn eigen persoonlijkheid. “Ik vind het niet fijn als mensen achteraf klagen dat iets bijvoorbeeld toch niet kan. Weet je, zeg het dan gewoon.”
Groeien in geloof
Opgroeien deed de jonge Pieter in het Gelderse plaatsje Heukelum, bestaande uit zo’n 2500 inwoners op de grens van de Betuwe en de Vijfheerenlanden. “En we hadden één kerk. De hervormde kerk.” zegt hij. Oftewel, ‘zijn’ kerk. De kerk waar hij met grote vanzelfsprekendheid naartoe ging. Eenmaal verhuisd naar Utrecht groeide hij door in zijn geloof. “Dan kies je er toch bewuster voor.” De Jacobikerk in Utrecht gaf ruimte voor die groei, zo werd er toen al veel gediscussieerd binnen de kerkmuren. “Van de achthonderd mensen waren er zo’n zeshonderd tussen de achttien en vijfentwintig. Dan vorm je elkaar ook meer.”
De kerk speelde dus een rol bij de vorming van deze burgemeester. “Kerk vormt je op meerdere manieren. Door dingen in de kerk te doen, zoals een schriftlezing. Maar ook vormt de kerk je hoe je aankijkt tegen je medemens en hoe je omgaat met de schepping.”
Jeugd bruist
Voordat Van Maaren aantrad als burgemeester, woonde hij in De Bilt. Een hele overstap naar een bijzondere plek als Urk. Toch vindt hij dat hij er past. “Je kan er niet half passen. In De Bilt heb je verschillende plaatsen met een eigen cultuur, de een is wat meer agrarischer en de ander wat verstedelijkter. Daar zou je wel half kunnen passen, zogezegd.” De politicus heeft een groot hart voor de Urker cultuur. “Er is maar één Urk, gelukkig.”
Er is maar één Urk, gelukkig
De vacature voor de burgemeester van Urk sprak hem aan. “Er is veel jeugd op Urk. Jeugd bruist voor mij.” Dat merkt hij ook doorgaans in een gewone stad. “Er is leven, dat zie je ook. De jeugd verzint dingen, doet dingen. Natuurlijk soms ook dingen die niet mogen, maar er zijn initiatieven.” En ten tweede, het merk Urk. “Dat je een merk hebt met visserij, met nautische zaken, dat vind ik heel bijzonder en typisch Hollands.” Hij roemt de innovatieve eigenschappen van de Urkers. “Dat zegt wat over je volksaard, maar ook hoe je in de wereld staat. Niet op je billen gaan zitten, maar beseffen dat je aan de gang moet.”
Representatief, daadkrachtig en samenbindend
Kan de burgemeester zich vinden in de eigenschappen waarmee de raad hem omschreef? “Ik vind mezelf wel representatief”, zegt hij eerlijk. “Maar, dat kunnen anderen oordelen”, voegt hij er nog lachend aan toe. “En samenbindend vind ik mezelf wel, ik ben een mensenmens. Ik hou ervan om met mensen om te gaan.” Verder: is hij ook zo daadkrachtig als gezegd wordt? Hij vindt van wel. “Ik ben wel echt van het knopen doorhakken. Dat wil niet zeggen dat ik iemand ben die gelijk zegt dat dit zus en dat zo a la minute moet gebeuren.”
Van Maaren vindt dat je natuurlijk wel goed moet nadenken. “Wel moet je op een gegeven moment een besluit nemen en zeggen ‘daar gaan we met z’n allen voor staan’. Ik ben niet iemand die overal impulsief op reageert. Ik ben toch altijd wel van ‘ja jongens, ho even met z’n allen, ho ho, de wereld is toch wat groter’. Eerst even de dingetjes op een rijtje zetten.”
Voorleven
Natuurlijk probeert Van Maaren ook zijn kinderen de weg te wijzen in het leven. Maar niet zo gestuurd, zegt de CDA’er. “Wat ik doe, is ze voorleven: de normen en waarden laten zien die je hebt.” Hij wil ze aanspreken, maar tegelijk de vrijheid geven hun eigen individu te zijn. “Soms moeten ze zelf hun neus stoten. Uiteindelijk gaan ze de grote wereld in.”
Op het voormalige eiland waar het geloof de boventoon voert, is dat makkelijker dan in de grote stad, beaamt hij. “Hier zullen ze niet zo snel op zondag een verjaardagsfeestje vieren.” Maar in de grote stad kunnen spanningen ontstaan als je je kind iets wil verbieden. “Ik vraag me weleens af hoe mensen op Urk hun kinderen erop voorbereiden als ze bijvoorbeeld in Utrecht gaan studeren.”
Stilte
Uit de Bijbel haalt de burgervader veel inspiratie en motivatie voor zijn werk. “Ik vind de psalmen altijd het mooiste. Vooral psalmen waar stilte in voorkomt.” Als voorbeeld citeert hij uit Psalm 65: “De stilte zingt U toe, o Heere, in uw verheven oord. Wij zullen ons naar Sion keren waar Gij ons bidden hoort. Het mooie aan een psalm vind ik dat het niet iets is wat vergankelijk is, maar dat het keren, je toekeren naar Jeruzalem en je daar op richten en het feit dat het totale volk altijd door God gezien wordt, eeuw in, eeuw uit… ‘Geslacht meldt aan geslacht, uw goedheid en uw kracht, de grootheid van uw daden’.. Ja, dat vind ik mooie teksten.”
Dat laatste had hij niet hoeven zeggen, het is van hem af te lezen. Hij laat zijn handen weer zakken. Dat deze man zijn werk met passie doet, is overduidelijk.